Pas op de plaats

Afgelopen maand heb ik aangegeven dat ik een pas op de plaats wilde maken. Even rust. Even bijtanken, even… dicht bij de Vader zijn.

Jezus deed dat zelf ook. Meerdere momenten lezen we in de Bijbel dat hij de rust op zocht: de stilte, de woestijn, hij sliep in het schip terwijl de discipelen doodsangsten uit stonden omdat de golven op het schip beukten.

Nu in de weken voor Pasen moest ik denken aan hoe Jezus de Vader zocht. In Mattheüs 26 lezen we:

Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een plek die Gethsemane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee

zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen hij zich bedroefd en angstig voelde worden, zei hij tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier bij mij waken.’

Hij ging met Zijn discipelen de hof in. Liet hen achter en ging zelf, alleen, in gebed met Zijn Vader. Hij stond

letterlijk doodsangsten uit. Hij pleitte bij de Vader om deze drinkbeker voorbij te laten gaan. Wat gebeurde er toen Hij terug kwam bij zijn discipelen? Ze sliepen.

 Jezus stond doodsangsten uit… En de discipelen
sliepen… onvoorstelbaar zou je zeggen.
Ik haal er voor mezelf twee lijnen uit:

1. Jezus wil, in deze doodsstrijd, aan de voeten van Zijn Vader zijn. Zitten wij zo aan de voeten van de Vader? Zoeken we zo Hem in gebed?

2. De oproep tot waakzaamheid: Zijn we (geestelijk) in slaap gevallen? Of zien we wat Hij voor ons gedaan heeft?

Laten we in de weken voor Pasen een pas op de plaats maken. (Even) stil staan. Beseffen wat voor een ongelooflijk wonder het is dat de Hemelse Vader Zijn Zoon naar deze wereld gestuurd heeft. Dat Jezus gekruisigd en opgestaan is om voor ons de weg naar het
eeuwige leven vrij te maken.

Omdat Hij van ons hield met heel zijn hart, is Hij gegaan, langs de Via Dolorosa, heel de weg naar Golgotha.

Hosanna