Mozes zei tegen hen: Dat is het brood dat de Heer u te eten geeft. De Heer heeft bepaald dat ieder ervan kan verzamelen wat hij nodig heeft. – Exodus 16:15b-16a
Manna in de woestijn
Vrijheid smaakt bitterzoet. Het volk is nog maar net door de Rode Zee geholpen en bevrijd van zijn achtervolgers. Maar dan blijkt dat ze helemaal niet weten hoe ze op eigen benen moeten staan, ver van de vleespotten van Egypte’. Hoe leef je eigenlijk als een vrij mens? Wat is dan je houvast?
Het volk dat aan de reis door de woestijn begint, mag oefenen om aan de juiste dingen vast te houden. Aan het vertrouwen dat God genoeg geeft om van te leven, elke nieuwe dag weer. Aan het besef dat dat iedereen evenveel verdient om te eten. Aan het ritme van rust nemen, één dag per week.
Met het brood waarvan ze de naam nog niet kernen (manna klinkt als ‘wat is dat?’) leren ze deze dagelijkse, goddelijke levenskunst.