Maar de grootste daarvan is de liefde

Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.

De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.
Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.

Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.

De liefde zal nooit vergaan.

Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

1 Korinthiërs 13

Wat een bijzondere liefde!

Geen menselijke, onvolmaakte liefde maar de volmaakte liefde van onze God. Liefde die we mogen ontvangen als een mooi cadeau en door mogen geven.

Liefde als cement tussen de bouwstenen van Zijn gemeente. En Jezus is de hoeksteen.
De bouwstenen zijn u, jij en ik. Allemaal verschillend.

En de Liefde en Kracht van Gods Heilige Geest verbindt ons. Vult de gaten waar we niet aansluiten op elkaar.

In de contacten die ik mag hebben, op zondag en door de week heen, proef ik deze Liefde en voel me een gezegend mens.
En tegelijk weten we allemaal dat liefde een werkwoord is.

Geef ik, geeft u, geef jij Hem de ruimte? Mag Hij het cement zijn?

Dan kunnen we echt Gods gemeente zijn. Dan is Hij onze richting en vervult Hij ons met zijn Geest.

Wat kan er dan allemaal gaan gebeuren…

 

Laura de Jong