“Zou je niet een test willen doen?”, vroeg ze mij. Ik keek haar niet begrijpend aan, maar besefte toen ineens dat ze doelde op wat ik haar net had verteld: Dat allebei mijn ouders dement blijken te zijn.
Ik dacht er afgelopen week aan terug, zittend aan het sterfbed van mijn vader op de gesloten afdeling waar ze sinds twee jaar wonen. Terwijl ik mijn moeder voortdurend hoorde zingen en bidden voor hem. Ze dankte God voor al die jaren die ze samen hebben gehad en bad dan voor hem, voor ons en als laatste voor zichzelf. Ze veranderde woorden in liederen van “mij” in “jou”, terwijl ze voorovergebogen aan zijn bed voor hem zong. Met verwondering zag en hoorde ik hoe Gods Geest haar de woorden in herinnering bracht waarmee ze zich haar hele leven heeft gevoed.
Ik besefte dat, ondanks het bij tijden hartverscheurende verlies van controle over hun gedachten, hun geest onaangetast is, voor altijd verbonden met Gods Geest.
En realiseerde me ineens zo diep dat het er niet om gaat dat je voorbereid bent op wat je zou kunnen overkomen, maar waar je leven op gebouwd is. Of je geworteld en gefundeerd bent in de liefde van God. Èn in Zijn Woord.