Eerst zien, dan geloven

Bijna iedereen kent dit spreekwoord wel. Je wordt uitgedaagd om met bewijzen te komen. En pas als het jou is gelukt om de ander datgene waarin jij gelooft te laten zien, bestaat er een kans dat hij of zij overtuigd raakt.

Ik dacht er aan nadat ik vorige week zondag hoorde zeggen dat iedereen ons aan mag spreken op ons gedrag als wij onszelf christen noemen. We kunnen niet alleen zeggen dat we in God geloven, maar ons hele leven moet dat laten zien. Dat laatste zullen we nog wel beamen, maar aangesproken worden op ons gedrag is iets anders. We houden er niet zo van om rekenschap af te moeten leggen. En toch is dat wat God ons zegt te doen. Ook aan elkaar als gelovigen.

“Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens.”(Spreuken 27:17). Elkaar helpen om onszelf te richten op het goede. Dat is van levensbelang in de strijd tegen de zonde. Iemand die jou hierin met raad en daad terzijde staat kan je aanmoedigen, terechtwijzen, onderwijzen, zich samen met jou over iets verheugen en samen met je huilen. Elke christen zou iemand moeten hebben die die rol voor hem of haar vervult: iemand met wie je kunt bidden en praten; die je in vertrouwen kunt nemen en aan wie je je zonden kunt belijden.

Zodat God steeds meer zichtbaar wordt in ons leven en anderen in Hem gaan geloven. Want mensen die God niet kennen zullen eerder ons leven ‘lezen’, dan de Bijbel.

Arianne