Begin van de week fietste ik virtueel door de Belgische Ardennen, onderweg naar de muur van Huy. Je hebt dan op de racefiets een scherm voor je met beelden van de omgeving waar je rijdt. Het viel mij op dat ik langs vervallen industriële gebouwen fietste, beelden van lang vervlogen gloriedagen van de Waalse economie. Wallonië, en met name Luik, profiteerde van de opkomst van de industriële revo-lutie en werd een van de welvarendste gebieden van Europa en misschien wel de wereld. Maar de 1e Wereldoorlog gooide roet in het eten: de Duitse bezetter vernielde veel fabrieken en nam machines mee. En na de oorlog is de Waalse industrie er eigenlijk niet meer bovenop gekomen.
Ik moest denken aan Eglesia: voor corona een bloeiende en groeiende gemeente, maar door corona lijkt alles anders: hoe vanzelfsprekend is het om weer massaal bij elkaar te komen, of is dit inmiddels uit ons systeem verdwenen? Wat, of wie zien we terug als we komende weken weer zonder al te veel beperkingen open mogen?
Toen ik daar aan dacht schoot de tekst van het eerste deel van Psalm 122 (oude berijming) door mijn hoofd:
Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt:
Zie, wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan;
Kom, ga met ons en doe als wij.
Jeruzalem, dat ik bemin,
Wij treden uwe poorten in
Als we Jeruzalem voor deze ene keer eens vervangen door Eglesia….
Kom je ook? Samen God ontmoeten, Jezus aanbidden en vervuld worden met de Heilige Geest?
Erwin Schuring 19-02-2022