Want wie is onze hoop en vreugde? Wie is onze erekrans wanneer we voor Jezus, onze Heer, staan bij zijn komst? Wie anders dan u? Ja, u bent onze eer en vreugde.
1 Thessalonicenzen 2:19 en 20
We zitten alweer in de tweede adventsweek. En toewerkend naar de dag dat we de geboorte van Jezus vieren is het mooi om alvast eens stil te staan bij andere gezichten in de Bijbel.
Een maand geleden zat ik in Albanië bij de voetbalwedstrijd KS Egnatia tegen Partizani. De koploper tegen de nummer 2. Na 10 minuten scoorde de thuisploeg en we waren door het dolle. ’10 10 10!’ zaten we te dollen. Nog geen drie minuten later scoorde de uitploeg de gelijkmaker en we hadden waar we op hoopten: een leuke wedstrijd mèt doelpunten. In de 25e minuut gebeurde er echter iets wat voetbal in een ander perspectief zet. Aanvoerder Raphael Dwamena rent uit de 16 omdat de keeper de bal wegtrapt en plotseling valt hij neer op de grond, roerloos. Iedereen rent op hem af en ter plekke wordt hij gereanimeerd. Uiteindelijk is hij in de ambulance overleden en de wedstrijd definitief gestaakt. Topsport, de mentaliteit om letterlijk tot het einde te vechten is bij Dwamena realiteit geworden. Tot mijn persoonlijke troost was hij een groots volger van Jezus en geloof ik daarom dat hij daar nu gered en wel tot rust mag komen.
In de eerste alinea benoem ik een stukje uit de brief van Paulus. Hij gebruikt hier de beeldspraak over een erekrans. Paulus zelf was een Romein en hierom was dit totaal geen ondenkbaar beeld. In de schriften van Paulus is ook te lezen over de vele sportactiviteiten waar het Romeinse Rijk een grote naam in heeft. De erekrans komt weliswaar niet uit de sportwereld, maar uit het leger van de Romeinen.
De erekrans werd gehesen als de oorlog of strijd gewonnen was en de aanvoerder van het leger werd gezien als de grote overwinnaar. Maar aan de andere kant van een gewonnen oorlog staat een groep die een nederlaag heeft ondervonden. Verliezers die vol schaamte en vernederd verkocht worden als slaven of erger ter dood worden veroordeeld. Uit deze winnaarsmentaliteit is topsport geboren. Maximaal pushen tot de finish streep, en als het moest daar nog even voorbij.
Is dat wat Paulus bedoelt met de erekrans? Moeten we echt alles geven tot we er letterlijk bij neervallen?
Nee. Als we de tekst nog een keer lezen zien wij de vraag “Wie is onze erekrans?”. Wat nou als wij Jezus als erekrans hebben. Zitten daar dan nog verliezers aan de andere kant? Als Jezus overwint, overwinnen wij dan niet allemaal? Want Jezus heeft voor ons de weg vrij gemaakt en Hij heeft ons tot overwinnaars gemaakt. En als jij, je buurman, overbuurman, broer, zus en neven en nichten allemaal Jezus als erekrans hebben, maakt dat dan niet iedereen overwinnaar?
Met de tweede advent kijk ik graag met jullie naar de boodschap die ik hier uit de brief van Paulus haal; Samen mogen wij als gemeente wachten op de komst van Jezus, zodat wij zonder enige verliezers of achterblijvers de overwinning mogen vieren. De erekrans die zowel van voor als van achter getuigt van de ware macht, kracht en pracht van Jezus Christus.
Zo hoop ik een ieder een hart onder de riem te steken en aan jullie de boodschap: Geef niet op. Wat Jezus voor jou in petto heeft is niet te beschrijven.
“Wij zijn meer dan overwinnaars” (opwekking 479)
Een fijne adventsweek en tot zondag.
David