Lieve broers en zussen,
Afgelopen meivakantie bracht ons gezin een week door in Wevelgem, België. In deze omgeving is in de Eerste Wereldoorlog zwaar gevochten. We gingen naar een museum om daar meer over te leren en bezochten aansluitend ‘Tyne Cot Cemetery’. Een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het dorp Passendale.
Het is een indrukwekkend gezicht. Al die duizenden identieke witte, grafstenen, netjes naast elkaar geplaatst. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden. Onderaan de steen van deze graven staan de woorden: Known unto God.
Gekend door God, alleen gekend door God. De woorden raakten me en zetten me aan het denken. Wat bekent het om gekend te zijn door God? En in hoeverre weet ik me gekend door God?
Psalm 139 reikt mooie woorden aan om daar over na te denken. In het eerste deel van deze psalm beschrijft de dichter David hoe hij zich gekend weet door God. Dat is geen kennen, zoals iets weten van iemand. Maar veel meer een doorgronden van iemand en een vertrouwd zijn met iemand. Het gaat ons begrip te boven.
En vanuit dát gekend zijn verwoord David het verlangen dat God met hem aan de slag gaat.
‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga en leid mij over de weg die eeuwig is.’ (vers 23 en 24)
David vraagt God: ken mij, peil mij en leid mij. Hij verlangt naar het eeuwige. Een weg die niet eindigt, maar leidt tot oneindige gekend worden door God. Zijn gekend worden door God roept bij David geen angst of schaamte op. Maar juist een diep vertrouwen in en overgave aan zijn Maker.
Daarmee is hij een inspirerend voorbeeld voor mij en ik hoop ook voor u en jou!
Leonie Niezink