Op straat staan groepjes jongeren van alles te regelen en te bespreken. Wanneer ik het zoveelste studentenhuis passeer en een blik naar binnen werp door het raam, zie ik een groepje jongens staand’ achter een videogame, een van hen nota bene enkel gekleed in een gestippelde boxershort. Vlug wend ik mijn hoofd af… Wat een belevenis om dwars door het studentenleven van Leiden te wandelen.

In het park tussen de middag drommen ze samen op bankjes, muurtjes, grasveldjes. Eigenlijk loopt er niemand alleen… samen eten, samen tijd doorbrengen, samen hetzelfde doel hebben… Hier moest ik aan denken toen ik deze tekst las in Handelingen:

De groep mensen die het geloof had aanvaard, leefde eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want zij hadden alles gemeenschappelijk. De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.

Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of huis bezat verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld onder de gelovigen werd verdeeld.

Handelingen 4:32-35

In Leiden was ik natuurlijk de buitenstaander die slechts een momentopname van hun leven met elkaar mocht opvangen; ‘samen eten, samen tijd doorbrengen, samen hetzelfde doel hebben…’ Maar met mijn meestal optimistische kijk op het leven zag het er echt bijna idyllisch uit. En als ik lees over de eerste gemeente van Jezus in Handelingen is dat ook bijna idyllisch: ‘want zij hadden alles gemeenschappelijk’.

Hoe eenvoudig klinken die woorden in deze tekst: eendrachtig, gemeenschappelijk, getuigen… en achteraan staat nog: delen.

Ik denk dat het veel zegt over de bekering, over de weg die zij ingeslagen zijn. Voor die groep mensen was duidelijk wat van hen gevraagd werd toen zij het geloof aanvaarden.

En ja, in de tekst staan de woorden ‘eenvoudigweg’ opgeschreven. Dat betekent echter niet dat het zonder moeite of strijd ging. Ik kan me niet voorstellen dat het simpel was om hun leven zo om te gooien. Maar ze deden het. En daar gaat het om. Zij aanvaardden het geloof (de rest werd onbelangrijk) en hielden hun blik gericht op Jezus. En zo werd duidelijk wat hun te doen stond.

En God begunstigde hen rijkelijk.

Gebed: Jezus, U bent het waard om voor te leven. Leer mij eenvoudigweg Uw weg te gaan.